Het bouwperceel aan de rand van een nieuw bedrijventerrein met daar tegenover het uitgestrekte polderlandschap met af en toe een boerderij was de belangrijkste aanleiding om het kantoor van een aannemersbedrijf op te tillen, zodat storende elementen het indrukwekkende uitzicht niet konden verstoren. Het kantoor met een glasgevel van vloer tot plafond steunt aan een zijde op een haaks op het kantoor liggend volume met daarin de werkplaatsen. Onder het kantoor wordt geparkeerd en in de oksel van deze volumes- uit het zicht- ligt de materieelopslag.
Kasteel Getsewoud heeft vanuit het stedenbouwkundig plan de karakteristiek van een kasteel meegekregen. Het gebouw is vormgegeven als een verzameling van torens die door middel van een bont metselwerk tot een geheel zijn gesmeed. Hierdoor is een eigentijds gebouw ontstaan met de ruige detaillering van een oude burcht. De 44 meter hoge toren is enerzijds het ankerpunt in de noord-zuid as van het stadsplan Getsewoud, anderzijds is hij een structurerend element in de laagbouw van het twee noordelijkst gelegen deelplannen. Daar waar de gebouwhoogte op stedelijk en landschappelijk niveau het werk zal doen, is de vormgeving van de openbare ruimte rondom het kasteel het meest relevant voor de rol van het gebouw op wijkniveau. De schaal van de kleine binnenhaven met kademuren horen bij het kasteel. Ze vormen de ingrediënten voor een aantrekkelijk verblijfsgebied voor de bewoners van dit stadsdeel. Op de kleinste stedenbouwkundige schaal, de aansluiting op de belendende percelen, vormt de slangenmuur, met bijzondere begroeiing in de luwte op het zuiden, de overgang naar de aangrenzende laagbouwwoningen.
In de Rosandepolder vlak bij de Rijn in Arnhem ligt sinds eind 2008 een nieuwe woonark ontworpen door Henk Geert Blaak. De ark is gebouwd in Marknesse door een gespecialiseerde arkenbouwer en na de oplevering versleept naar Arnhem. Deze tocht hebben wij in onze nieuwjaarswens voor 2009 in een boekje vastgelegd.
De woonark bestaat uit 2 lagen; gedeeltelijk onder water de slaapverdieping met daarop het woonvertrek. Het interieur is met een hoekverdraaiing van 5 graden een spannende dissonant in de rechthoekige plattegrond. De zwart gebeitste, ruwhouten gevel met zijn witte kozijnen geeft het geheel een strak maar natuurlijk karakter. De gevelopeningen zijn zo ontworpen dat je het omringende water optimaal ervaart. Bepaalde gevelvlakken worden ingekaderd door een thermisch verzinkt profiel, dit profiel draagt tevens de louvredeuren aan de waterzijde en het terras.
De Refugio, een kunstproject geïnitieerd door Leonie Dijkema van OP DE DIJK (theatermaker) en Eva Blaak van DEBOKOFHETLOKET (ontwerper). Het project is ontstaan vanuit een zoektocht (pelgrimage) naar het ‘loslaten’. Een selecte groep mensen werd uitgenodigd om een dag en een nacht door te brengen op een onbekende locatie.
De architecten Anton Bronsvoort en Henk-Geert Blaak ontwierpen speciaal voor dit project een Refugio (Spaans voor toevluchtsoord, een onderdak voor pelgrims). Dit bijzondere object is onder leiding van Erik van Rhenen door de medewerkers van Bronsvoort Blaak Architecten eigenhandig opgebouwd. Twee weken lang fungeerde de parkeerplaats voor het kantoor als een openlucht-werkplaats en alle ‘vrije uurtjes’ zijn ingezet om de cocon/zeppelin te realiseren. Eind mei is de Refugio op de aanhangwagen ‘gerold’ en in konvooi naar de locatie gereden: het Kluizenaarsmeertje op Landgoed Vilsteren (tussen Ommen en Dalfsen). Ter plaatse is van gewaterd (verduurzaamd) hout uit het meertje een fundering annex steiger gemaakt waarop de Refugio is geplaatst. Vervolgens is de ‘vliegtuigdeurtrap’ (met behulp van een katrol en contragewicht te bedienen) bevestigd en is het interieur door Leonie en Eva ingericht. Met het ophangen van het hangslot was de Refugio klaar voor gebruik!
In april 2011 ontvingen 150 uitverkorenen een uitnodiging om deel te nemen aan het project. Op een website konden zij een overnachting reserveren in de Refugio, (maximaal 1 nacht) voor twee personen in de maanden juni t/m september 2011. Een week voor de overnachting ontving de pelgrim een kaart met daarop de locatie van de Refugio, de toegangscode en een paar instructies over het verblijf ter plaatse. Wat de genodigden zouden aantreffen op de aangegeven plek bleef ongewis.
Meer dan 100 pelgrims hebben vervolgens in de zomer van 2011 een nacht doorgebracht in de Refugio. En de reacties (genoteerd in het logboek) waren ondanks de regenachtige zomer overwegend positief: de voorpret (en zorg) over de onbekende locatie, de spanning van de wandeltocht met kaart, het ‘wauwgevoel’ bij het zien van de Refugio, het gehannes met het slot en de deur, de eerste blik op het interieur en het overweldigende uitzicht over het meertje vanuit de cocon, het water halen, het zoeken naar een geschikte poep/plasplek, de stilte en donkerte, het slapen met het getik van de regen op het tentzeil, de ijsvogel, het ontbijtje op de steiger in de ochtendzon, het naakt zwemmen in het meer…
De refugio, met zijn onbekende locatie, confronteerde de bezoeker met het zo georganiseerde en gecontroleerde leven. De Refugio vormde door zijn sobere karakter (geen stromend water, licht, wc) een contrast met het gemak dat wij zo vanzelfsprekend vinden in ons dagelijks leven. Samen met de stilte en schoonheid van de locatie nodigde de Refugio uit tot bezinning.